Ziekenhuis – Engelse woordenschat

Hieronder leer je woordenschat Engels m.b.t. het onderwerp ziekenhuis:

  • Woordenschat Engels Nederlands
  • Werkwoorden
  • Oefeningen

Woordenschat Engels Nederlands

ambulanceziekenwagen
appointmentafspraak
clinickliniek
diagnosisdiagnose
doctorarts
dosedosis
drugmedicijn
emergencynoodgeval
first aideerste hulp
hospitalziekenhuis
injectioninjectie
medicinemedicijn
operationoperatie
patientpatiënt
pillpil
prescriptiondoktersvoorschrift
stretcherbrancard
surgeonchirurg
surgerychirurgie
testonderzoek
therapytherapie
treatmentbehandeling
wardziekenhuisafdeling

Werkwoorden

to curegenezen
to healgenezen
to nurseverzorgen
to prescribevoorschrijven
to recoverherstellen
to treatbehandelen

Mogelijks interesseert dit jou ook…

Overzicht andere woordenlijsten

Leer nog meer bij dankzij onderstaande woordenlijsten Engels-Nederlands:

Handige basiswoordenschat

 

·  Cijfers

·  Dagen, maanden, seizoenen in het Engels

·  Dieren

·  Dingen beschrijven

·  Hoeveelheid aanduiden

·  Tijd aanduiden

Vrije tijd

 

·  Hobby’s

·  Kledij

·  Relatie en liefde

·  Sport

·  Woordenschat Computer

Eten & drinken

 

·  Eten en drinken

·  Fruit en groenten

Reizen & klimaat

 

·         Reizen

·         De weg vragen

·         Landen

·         Klimaat en weer

·         Nationaliteiten

·         Verkeer

Lichaam & gezondheid

 

·  Bewegen

·  Gevoelens

·  Karakter

·  Lichaamsdelen

·  Uiterlijke kenmerken

·  Ziekte en dood

Zakelijk Engels

 

·  Beroepen

·  Kopen en verkopen

·  Landbouw

·  Werk

·  Economie

·  Schoonmaak

Wonen

 

·         Huis appartement

·         Interieur

·         Stad en dorp

·         Keuken

Familie & geloof

 

·  Familie

·  Geloof

Overheid, wet & criminaliteit

 

·  Criminaliteit

·  Politiek

·  Oorlog terrorisme

·  Overheid

·  Rechtbank en wet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *