Werkwoorden

Engelse werkwoorden

Werkwoorden geven weer wat een persoon, dier of ding aan het doen is.

He is going to the supermarket. – Hij gaat naar de supermarkt.

This house is being sold. – Dit huis wordt verkocht.

De volgende werkwoorden en tijden worden op deze site besproken. Om het overzicht te bewaren raden wij aan dezelfde volgorde te hanteren, anders kan het wel eens ingewikkeld worden.

Werkwoorden

Hulpwerkwoorden
Present Simple
Present Continuous
Toekomende tijd
Past Simple
Present Perfect
Past Perfect
Voorwaardelijke wijs
Passieve vorm
Can en must
Onregelmatige werkwoorden