Uitleg adverbs – bijwoorden in het Engels
Bijwoorden geven eigenlijk meer informatie over een ander woord. Soms geven ze aan hoe vaak iets gebeurt (bv. never), waar iemand is (bv. outside), op welke manier iets gebeurt (bv. quickly) etc.
Bijvoeglijk naamwoord + ly
De meeste adverbs vertrekken van een bijvoeglijk naamwoord en voegen daar -ly aan toe:
quick | snel | quickly | snel |
slow | langzaam | slowly | langzaam |
Net als bij bijvoeglijke naamwoorden hangt de comparatiefvorm af van het aantal lettergrepen:
- tweelettergrepige bijwoorden vormen de comparatief en de superlatief met more en most
quickly (snel) – more quickly (sneller) – most quickly (snelst)
- bijwoorden met één lettergreep krijgen -er en -est achteraan:
hard – harder – hardest ; early – earlier – earliest
Uitzonderingen adverbs
Het bijwoord van good is well.
Sommige bijwoorden komen voor in dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord:
Fast | snel |
Hard | hard |
Late | laat |
Fair | schappelijk / eerlijk |
Near | dichtbij |
High | hoog |
Straight | recht |
Wrong | fout |
Andere bijwoorden – adverb examples
Er zijn ook veel bijwoorden die geen afgeleide zijn van een bijvoeglijk naamwoord.
Enkele veel voorkomende voorbeelden:
Always | altijd |
Never | nooit |
Very | zeer |
Obviously | klaarblijkelijk |
Seldom | zelden |
Sometimes | soms |
Recently | recent |
Soon | binnenkort |
Downwards | neerwaarts |
Uphill | opwaarts |