Engelse woorden duiken steeds vaker op in het Nederlands, of het nu gaat om informele gesprekken met vrienden, zakelijke e-mails of social media. Deze ‘Engelse leenwoorden’ maken deel uit van onze dagelijkse communicatie—maar waarom gebruiken we ze, en wanneer is het eigenlijk handig (of juist niet) om een Engelstalig woord te kiezen?
1. Wat zijn Engelse leenwoorden?
Simpel gezegd: Engelse leenwoorden zijn woorden die oorspronkelijk uit het Engels komen, maar die we in het Nederlands hebben overgenomen. Een paar veelvoorkomende voorbeelden:
- Computer
- Laptop
- Online
- Smartphone
- Deadline
- Feedback
Sommige Engelse leenwoorden zijn inmiddels zo ingeburgerd dat we ze niet eens meer als Engels beschouwen. Denk aan ‘goal’ (in voetbalcontext) of ‘internet’—we zien ze als onderdeel van de Nederlandse woordenschat.
2. Waarom gebruiken we zoveel Engels?
- Globalisering
Door de toenemende internationalisering in werk, studie en cultuur (films, series, muziek) komt de Engelse taal overal terug. Veel vakgebieden, zoals technologie en marketing, hebben Engelse roots. Hierdoor sluipen Engelse termen vaak makkelijk onze taal binnen. - Status en trendgevoel
Sommige mensen kiezen bewust voor Engels omdat het ‘professioneel’ of ‘hip’ klinkt. Woorden als brainstormen of rebranding kunnen nét wat moderner overkomen dan de Nederlandse alternatieven (ideeënsessie en herpositionering). - Geen direct alternatief
Soms ontbreekt een goede Nederlandse vertaling. Woorden als smartphone of deadline zijn moeilijk te vervangen zonder lange omschrijvingen die niet zo vlot klinken.
3. Kan het ook in het Nederlands?
Hoewel Engels overal opduikt, is het de moeite waard om te controleren of er ook een prima Nederlands alternatief bestaat. In professionele teksten—zoals beleidsdocumenten of brieven—kun je beter zorgen voor consistent taalgebruik. Kies je voor Nederlands, blijf dan bij voorkeur consequent. Voorbeelden:
- Feedback → Terugkoppeling
- Deadline → Uiterste datum of Streefdatum
- Meeting → Vergadering
Niet elk Engels woord heeft overigens een handige Nederlandse variant. Laptop, computer of printer zijn zo ingeburgerd dat een ‘overtuigend’ Nederlands synoniem ontbreekt.
4. Praktische tips bij het gebruik van Engelse leenwoorden
- Consistentie
Gebruik je liever een Nederlandse term voor ‘deadline’ (bijv. streefdatum)? Zorg dan dat je in de hele tekst bij dezelfde term blijft. Wissel niet halverwege weer terug naar Engels. - Let op je publiek
Schrijf je voor een internationaal georiënteerd publiek, dan kunnen Engelse leenwoorden handig zijn. Schrijf je juist voor een doelgroep die minder bekend is met het Engels, kies dan eerder voor Nederlandse termen of geef een uitleg bij het eerste gebruik. - Vermijd onnodig Engels
“Ik ga zo even lunchen met een collega, daarna hebben we een meeting met het management.” Soms klinken teksten of gesprekken door overmatig Engels wat pretentieus. Het gaat om de juiste balans: gebruik Engels waar nodig, maar overdrijf niet. - Spelling en grammatica
Als je Engelse leenwoorden gebruikt, schrijf ze dan zoals het hoort in het Engels—tenzij het woord inmiddels is vernederlandst. E-mail kun je bijvoorbeeld ook als email tegenkomen, maar check vooral wat de meest gangbare vorm is in jouw branche.Voorbeeld (Engels): Can you send me an email, please?
Vertaling (Nederlands): Kun je me een e-mail sturen?
5. Veelvoorkomende Engelse leenwoorden in zinnen
- Nederlands: “Ik moet mijn deadline echt halen, anders komt het project in gevaar.”
Engels (letterlijk): “I really need to meet my deadline, otherwise the project is in jeopardy.” - Nederlands: “Zullen we een brainstorm inplannen voor volgende week?”
Engels (letterlijk): “Shall we schedule a brainstorm for next week?” - Nederlands: “Ik moet feedback geven op jouw presentatie.”
Engels (letterlijk): “I need to give feedback on your presentation.”
In bovenstaande voorbeelden is elk Engels woord vervangen door exact dezelfde term in het Nederlands, al realiseren we ons nauwelijks dat het feitelijk Engels is.
6. De toekomst van Engelse leenwoorden
Met de opkomst van sociale media, de globalisering en het feit dat Engels in veel sectoren de voertaal is, zullen we vermoedelijk nog meer Engelse leenwoorden in het Nederlands zien verschijnen. Dit is niets nieuws: talen evolueren nu eenmaal voortdurend. Latijn en Frans hebben vroeger net zo’n grote invloed gehad op het Nederlands als het Engels nu.