Engelse werkwoorden
Werkwoorden geven weer wat een persoon, dier of ding aan het doen is.
He is going to the supermarket. – Hij gaat naar de supermarkt.
This house is being sold. – Dit huis wordt verkocht.
Snel veel bijleren? Ontdek jouw ideale cursus Engels!De volgende werkwoorden en tijden worden op deze site besproken. Om het overzicht te bewaren raden wij aan dezelfde volgorde te hanteren, anders kan het wel eens ingewikkeld worden.
Werkwoorden |
|
Hulpwerkwoorden | |
Present Simple | |
Present Continuous | |
Toekomende tijd | |
Past Simple | |
Present Perfect | |
Past Perfect | |
Voorwaardelijke wijs | |
Passieve vorm | |
Can en must | |
Onregelmatige werkwoorden |