- Affect (met een ‘a’) is meestal een werkwoord: “to influence something.”
- Smoking can affect your health.
- (Roken kan je gezondheid beïnvloeden.)
- Effect (met een ‘e’) is meestal een zelfstandig naamwoord: “a result or consequence.”
- The new policy had a huge effect on employee satisfaction.
- (De nieuwe beleidsmaatregel had een enorm effect op de tevredenheid van medewerkers.)
Een ezelsbruggetje:
- Affect is een action (begint met A) → werkwoord.
- Effect is meestal het einde van iets → zelfstandig naamwoord.