In deze les bekijken we verschillende lichaamsdelen in het Engels.
Hieronder kan je volgende informatie over lichaamsdelen terugvinden:
- Woordenschat Engels Nederlands
- Oefeningen
Woordenschat Engels lichaam
[table] ankle, enkelarm, arm
back, rug
beard, baard
belly, buik
blood, bloed
body, lichaam
brain, hersenen
breast, borst
cheek, wang
chest, borst
chin, kin
ear, oor
elbow, elleboog
eye, oog
eyebrow, wenkbrauw
eyelash, wimper
eyelid, ooglid
face, gezicht
fat, dik
finger, vinger
foot, voet
forehead, voorhoofd
hair, haar
hand, hand
head, hoofd
heart, hart
heel, hiel
hip, heup
joint, gewricht
kidney, nier
knee, knie
leg, been
lip, lip
liver, lever
lung, long
moustache, snor
mouth, mond
muscle, spier
nail, nagel
neck, nek
nose, neus
organ, orgaan
parts of the body, lichaamsdelen
shoulder, schouder
skin, huid
slim, slank
stomach, maag
throat, keel
thumb, duim
toe, teen
tongue, tong
tooth, tand
vein, ader
waist, taille
wrist, pols [/table]
Mogelijks interesseert dit jou ook…
- Waar kan je Engels oefenen?
- Cursus Engels voor beginners
- Hoe kan je gratis Engels leren?
- Hoe leer je Engelse woorden?
- Waar kan je Engelse grammatica oefenen?
- Hoe leer je alle tijden in het Engels?
Overzicht andere woordenlijsten
Leer nog meer bij dankzij onderstaande woordenlijsten Engels-Nederlands:
Handige basiswoordenschat
· Cijfers · Dagen, maanden, seizoenen in het Engels · Dieren |
Vrije tijd
· Hobby’s · Kledij · Sport |
Eten & drinken |
Reizen & klimaat
· Reizen · Landen · Verkeer |
Lichaam & gezondheid
· Bewegen · Karakter |
Zakelijk Engels
· Beroepen · Landbouw · Werk · Economie |
Wonen
· Keuken |
Familie & geloof
· Familie · Geloof |
Overheid, wet & criminaliteit
· Politiek · Overheid |